De geschiedenis van de Shih-Tzu

 

De Shih-Tzu is een eeuwenoud ras dat oorspronkelijk afkomstig is uit Tibet. Zij werden daar in kloosters gefokt. Enkele honden werden als geschenk aangeboden aan het keizerlijk hof in Peking. In de beslotenheid van de Verboden Stad hebben hofdienaren de Shih-Tzu door kruisingen met andere rassen het uiterlijk gegeven dat zij nu nog steeds hebben. In de dertiger jaren zijn de eerste Shih-Tzu in de westerse wereld gekomen, sinds de zestiger jaren komt de Shih-Tzu ook in Nederland voor.

 

 HET KARAKTER

Deze achtergrond maakt de Shih-Tzu ongeschikt als kennelhond, het ras is gefokt als gezelschapshondje en deze taak heeft de Shih-Tzu nog steeds. De oosterse afkomst komt ook duidelijk tot uiting in het karakter: de Shih-Tzu is over het algemeen hooghartig, eigenwijs en bepaalt zelf het liefste wat er wel of niet moet gebeuren. Op bevelen reageert hij nauwelijks, op vriendelijk gevraagde verzoeken gaat hij meestal in nadat deze op redelijkheid zijn getoetst. De Shih-Tzu is bovenal vriendelijk en wie met zijn of haar Shih-Tzu een goede band opbouwt zal er een fijne huisgenoot aan hebben. Ook voor kinderen is de Shih-Tzu vriendelijk, als de kinderen ook vriendelijk voor hem zijn, doch U dient zich te realiseren dat kinderen beneden de ca. 14 jaar niet de aangewezen personen zijn om een hond, van welk ras dan ook, op te voeden en te verzorgen. Opvoeding en verzorging eist eenduidigheid en regelmaat, en van jonge kinderen kunt en mag U dit niet verwachten.

De Shih-Tzu is een kleine (schouder of schofthoogte ongeveer 27 cm.) langharige hond. Vele kleuren komen voor: o.a. blond, bruin-wit en zwart-wit. Als elke hond heeft ook hij beweging nodig, maar dit hoeft beslist niet door het maken van lange wandelingen. Ook op een flat is een Shih-Tzu prima te houden, maar laat hem liever geen trappen lopen, vooral niet op jonge leeftijd. De vacht vraagt de nodige verzorging, deze zal regelmatig, liefst dagelijks geborsteld moeten worden om de Shih-Tzu klitvrij te houden. De haren op het hoofd worden opgebonden opdat de ogen vrij zicht hebben.

F.C.I. STANDAARD

Land van oorspong: Tibet: Beschermheer: Engeland.

Algemene verschijning: Stoere, overvloedig behaarde hond met voorname, arrogante houding

En chrysantachtig gezicht.

Karakteristieken: intelligent, actief en waakzaam.

Temperament: Vriendelijk en onafhankelijk.

Hoofd en schedel: Hoofd breed, rond en breed tussen de ogen. Hoofd met ruige haarbos en met het haar goed

Over de ogen vallend. Goede baard en snorharen, het haar opwaarts op de neus groeiend, hetgeen het kenmerkende chrysantachtige effect geeft. De snuit van ruime breedte, vierkant, kort, niet gerimpeld, vlak en behaard. Neus zwart, maar donker leverkleurig bij leverkleurige of leverkleurig getekende honden . Ongeveer 1inch {2.54 cm} van het puntje van de neus tot de duidelijke stop. Neus recht of licht oplopend, vooruitstekende neuspunt {wipneus}. De top van de neusspiegel {neusleder} moet op een lijn met of een weinig onder het onderste ooglid.Grote, open neusgaten. Naar beneden gerichte neus is hoogst ongewenst, zoals ook Klein neusgaten. Pigment op de snuit zo ononderbroken mogelijk.

Ogen: Groot, donker, rond, goed uit elkaar liggend maar niet bol. Warme expressie. In leverkleurige of leverkleurig getekende honden zijn lichter gekleurde ogen toegestaan. Het oog mag geen wit vertonen.

Oren: Groot, met Lange oorlellen, vallend gedragen, iets onder de kruin aangezet. De Oren zijn zo zwaar behaard dat het lijkt alsof ze overgaan in het haar van de nek.

Gebit: Breed, licht ondervoorbijtend of tanggebit,lippen goed sluitend.

Hals: Goed in balans, mooi gebogen, voldoende lang om het hoofd trots te kunnen dragen.

Voorhand: Schouders dienen goed terug te liggen, Benen kort en goed gespierd met royaal bone, Zo recht mogelijk, samengaand met brede borst die goed diep is.

Lichaam: Tussen de schoft en staartaanzet langer Dan de hoogte van de schoft. Korte, krachtige lendenpartij. Borst breed en diep. Schouders stevig. Rug recht.

Achterhand: Benen kort en gespierd met royaal bone. Recht gesteld van achteren gezien. Dijen goed rond en bespierd. Benen moeten zwaar lijken door de rijkdom aan vacht.

Voeten: Rond, vast , met stevige voetkussens,groot lijkend door overvloedige vacht.

Staart: Met zware pluim en vrolijk over de rug gedragen. Hoog aangezet, Hoogte ongeveer gelijk met de schedel om zodoende een belijning te tonen die in balans is.

Gangwerk:Trots licht vloeiend. Voorbenen goed uitgrijpend. Krachtige achterhandbeweging waarbij de voetzool geheel te zien is.

Vacht: Lang,dicht, niet gekruld, met goede ondervacht. Licht gegolfd toegestaan. Het word sterk aanbevolen het haar op het hoofd op te binden.

Kleur: Alle kleuren zijn toegestaan. Witte bles op het voorhoofd en witte punt aan de staart bij de meerkleurige { bonte ] zijn hoogst gewenst.

Gewicht/hoogte: 4,5-8,1 kg. Ideaal gewicht: 4.5-7.3 kg Schofthoogte maximaal 26.7 cm {10.5 inch}. Raskenmerken en type zijn van het allergrootste belang en zeker niet op te offeren aan maat alleen.

Fouten: Iedere afwijking van bovenstaande punten moet als fout worden aangemerkt en de beoordeling van de ernst van de fout moet in verhouding staan tot de mate waarin de fout zich voordoet.

N.B: Reuen moeten twee duidelijke normale testikels hebben,die volledig in het scrotum zijn ingedaald